Bouwbesluit



Toiletruimte
Bouwbesluit thema's

Welke eisen worden gesteld aan een toiletruimte in een woning?

>> Meer informatie over toiletruimte en Bouwbesluit.

In de artikelen 4.35 t/m 4.39 van het Bouwbesluit staan de eisen waar een toiletruimte aan moet voldoen bij een woning.
Tevens stelt het bouwbesluit via andere artikelen eisen aan de vrije doorgang, maximale wateropname, luchtverversing, wering van vocht, bereikbaarheid en de thermische isolatie. Samengevat moet een toiletruimte bij een nieuwbouw woning aan de volgende eisen voldoen:
  1. Ten minste 1 toiletruimte per 125 m2 gebruiksoppervlakte. Is het gebruiksoppervlakte van de woning 130 m2 , dan moeten er dus twee toiletten aanwezig zijn (130/125 =1,04).
  2. Is het gebruiksoppervlakte groter dan 500 m2 , dan moet ten minste 1 toiletruimte integraal toegankelijk zijn. Deze integraal toegankelijke toiletruimte moet in een toegankelijkheidssector liggen.
  3. Een verplichte toiletruimte moet vanaf de toegang van de woonfunctie bereikbaar zijn via besloten niet-gemeenschappelijke ruimten van de woonfunctie. Dat betekent dat een verplichte toiletruimte niet in een vrijstaand bijgebouw gesitueerd mag worden,
  4. Een verplichte toiletruimte moet een vloeroppervlakte hebben van ten minste 0,9 m x 1,2 m met een plafondhoogte van 2,3 m. Let op dat dit de minimale binnenwerkse maten zijn inclusief de tegels. Op de meeste tekeningen worden de tegels niet aangegeven. In dat geval moet de toiletruimte op tekening minimaal 0,93 x 1,23 gemaatvoerd zijn in het geval van tegels van 15 mm dikte.
  5. Een verplichte integraal toegankelijke toiletruimte moet een vloeroppervlakte hebben van ten minste 1,65 m x 2,2 m met een plafond hoogte van 2,3 m.
  6. Een verplichte toiletruimte moet afsluitbaar zijn. Dat betekent overigens niet dat de toiletruimte op slot moet kunnen
  7. Een scheidingsconstructie van een toiletruimte, heeft aan een zijde die grenst aan die ruimte, tot 1,2 m hoogte boven de vloer van die ruimte een volgens NEN 2778 bepaalde wateropname die gemiddeld niet groter is dan 0.01 kg/(m².s1/2) en op geen enkele plaats groter dan 0,2 kg/(m².s1/2).
  8. Een toiletruimte waarvoor het bereiken een hoogteverschil van meer dan 0,21 meter overbrugd moet worden, moet het hoogte verschil worden overbrugd door een vaste trap of hellingbaan.
  9. De luchtverversing capaciteit in de toiletruimte moet minimaal 7 dm3 /s bedragen en moet rechtstreeks naar buiten worden afgezogen. De toevoer mag voor 100% plaats vinden via een overstroomvoorziening (spleet onder de deur).
  10. De toiletruimte moet bereikbaar zijn vanaf toegang woning waarvan de minimale vrije doorgang 0,85 x 2,3 m bedraagt. Dat houdt in dat alle toiletruimten uitgevoerd moeten worden met deuren van 0,85 x 2,3 m.
  11. Een opstelplaats voor een open verbrandingstoestel mag niet in een toiletruimte liggen.
  12. De toiletruimte moet binnen de thermische schil (Rc minimaal 2,5 m2 k/w) van de woning liggen.
  13. Een toiletruimte mag samengevoegd worden met een badruimte.
  14. Is de verplichte toiletruimte samengevoegd met een verplichte badruimte, dan moet de vloeroppervlakte minimaal 2,6 m² bedragen, de breedte minimaal 0,8 meter en de hoogte minimaal 2,3 meter.

Aandachtspunten

Verplichte toiletruimte en niet verplichte toiletruimte

In bovenstaande punten wordt gesproken over een “verplicht” toiletruimte en over een toiletruimte. De toevoeging verplicht is niet zonder reden gedaan.

Als we nu bijvoorbeeld naar artikel 4.38 afmetingen toiletruimte kijken, dan lezen we het volgende:

Een toiletruimte als bedoeld in artikel 4.35, eerste tot en met zesde lid, heeft een vloeroppervlakte van ten minste 0,9 m x 1,2 m.

Hierbij wordt verwezen naar artikel. 4.35. In artikel 4.35 staat aangegeven hoeveel toiletruimte minimaal aanwezig moeten zijn. Artikel 4.38 is dus alleen van toepassing op het minimaal aantal benodigde toiletruimte.
Stel woning heeft gebruiksoppervlakte van 100 m2 . Aantal verplichte toiletruimte wordt nu 100/125 = 0,8. Wordt dus één toilet.
We maken echter geen één toilet maar twee toiletten. Dan hoeft het tweede toilet niet te voldoen aan artikel 4.38.

Kijken we nu echter naar bijvoorbeeld artikel 3.48 capaciteit(verblijfsgebied/ruimte) luchtverversing:

Een voorziening voor luchtverversing voor een toiletruimte heeft een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 7 dm³/s. Een voorziening voor luchtverversing voor een badruimte heeft een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 14 dm³/s. Dit geldt ook voor een met een toiletruimte samengevoegde badruimte.

Dan lezen we dat het artikel van toepassing is op een toiletruimte. Het tweede niet verplichte toiletruimte moet nu wel voldoen aan artikel 3.48 omdat dat ook een toiletruimte is.
Dus de zinsdeel  “Een toiletruimte als bedoeld in artikel 4.35” of de zinsdeel “een toiletruimte” maakt het verschil of dat een niet verplicht toiletruimte aan het artikel moet voldoen.

Wateropname scheidingsconstructie

De volgende eis ziet er nogal ingewikkeld uit:

Een scheidingsconstructie van een toiletruimte, heeft aan een zijde die grenst aan die ruimte, tot 1,2 m hoogte boven de vloer van die ruimte een volgens NEN 2778 bepaalde wateropname die gemiddeld niet groter is dan 0.01 kg/(m².s1/2) en op geen enkele plaats groter dan 0,2 kg/(m².s1/2).

Praktische vertaling is echter vrij eenvoudig: Bij een toiletruimte moet de vloer en de wanden worden betegeld tot een hoogte van 1,2 m.
Men heeft dit echter niet op die manier opgeschreven om de bouwer de mogelijkheid te geven om ook andere materialen toe te kunnen laten toepassen dan tegelwerk, bijvoorbeeld zeil. Als het maar een bepaalde waterdichtheid heeft.
Formeel gezien moet worden aangetoond, ook van tegelwerk, dat de wateropname gemiddeld niet groter is dan 0,01 kg/(m².s1/2). Nu doet dat niemand. De eis is dus grotendeels theoretisch. Ook omdat het niet bepaald makkelijk is om aan de eis te voldoen. Zeker niet wanneer men kleine tegels toepast met veel voegwerk.

Een voorbeeld:

Tegels van 100 x 100 mm en voegen van 5 mm.
Oppervlakte één tegel wordt nu 100 x 100 = 10000 mm2
Oppervlakte voeg voor één tegel: (100 x 2,5)4 + (2,5x2,5)4 = 1025 mm2
De absorptiecoëfficiënt van voegwerk is ongeveer 0,15 en van een tegel 0.

Wateropname wordt nu:
(10000 x 0 + 1025 x 0,15) / (10000 +1025) = 0,014. Dus voldoet aan de eis van 0,01

Maar nemen we nu aanzienlijke kleinere tegels van bijvoorbeeld 50x50, dan wordt de wateropname:
(2500 x 0 + 525 x 0,15) / (2500 +525) = 0,026.
Dit tegelwerk voldoet al niet aan de eis. Denk ook aan de populaire mozaïek tegels die nog veel kleiner zijn. Er zal nu speciale tegelmortel moeten worden toepast met een aanzienlijk lagere absorptiecoëfficiënt. In de praktijk is op dit artikel vrijwel geen tot geen controle over. Ik heb het nog nooit meegemaakt dat een gemeente vraagt om aan te tonen dat het tegelwerk voldoet aan de maximale wateropname.

Integraal toegankelijke toiletruimte

Dit is een toiletruimte die mede toegankelijk is voor rolstoelgebruikers. Het Bouwbesluit stelt geen eisen aan de inrichting van een dergelijk toiletruimte. Mogelijke inrichtingen en aanvullende richtlijnen kunt u bekijken in de brochure:
Inrichting van rolstoeltoegankelijke toiletruimten & doucheruimten van Stichting Bouw Advies Toegankelijkheid Utrecht.

Technisch Advies Bureau Goezinnen B.V.

Zomerdijk 6 - 1693 DK Wervershoof
Mobiel 06-12471167 - E-mail info@goezinnen.eu - KvK 37135470 - BTW nr NL8198.93.328.B01
© 2021 Technisch Advies Bureau Goezinnen B.V. te Wervershoof.